SCSN Infrastructuur, berichtenstandaard, en Adresboek
Last updated
Last updated
In de vorige pagina's zijn de soorten organisaties die betrokken zijn bij het SCSN beschreven. Buiten deze organisaties bestaat SCSN ook uit een combinatie van verschillende technieken en afsprakenstelsels. In deze pagina geven we een beknopt overzicht van de verschillende technische componenten die binnen SCSN gebruikt worden.
SCSN bestaat allereerst uit een gestandaardiseerde taal waarin alle informatie wat wordt uitgewisseld via SCSN op een uniforme manier wordt beschreven. Deze taal bevat alle benodigde purchase-to-pay informatie voor het uitwisselen van orders tussen klanten en leveranciers. Voor meer informatie over de inhoud van de taal, zie ook beschrijving over welke data binnen SCSN wordt uitgewisseld. De SCSN taal is een open taal en wordt gebaseerd op internationaal erkende standaarden zoals Universal Business Language en de Europese eInvoicing factuur.
Daarnaast bestaat SCSN ook uit een technische infrastructuur waarover de berichten worden gedeeld. Deze infrastructuur is decentraal opgezet, dat wil zeggen dat enkel de verzender (bijv. klant) en ontvanger (bijv. leverancier) toegang heeft tot informatie. Voor meer informatie, zie ook deze pagina. De technische infrastructuur is ook gebaseerd op internationaal erkende standaarden, zoals de International Data Spaces Reference Architecture Model 3.
Een belangrijk component in de infrastructuur is het SCSN Adresboek. Dit adresboek beschikt over een overzicht wie bij SCSN is aangesloten. Per bedrijf bevat het adresboek de volgende informatie en is altijd in te zien via deze website.
Organisatie naam
Uniek ID
Ondersteunde berichten
Aangesloten service provider
In het adresboek is een actueel overzicht van de aangesloten gebruikers te vinden. Elke gebruiker heeft een uniek ID. Dit ID wordt gebruikt in de routering van de informatie binnen SCSN en is gebaseerd op een GS1 Global Location Number (GLN).
Verder zijn er nog een aantal technische componenten in de infrastructuur die door de service providers gebruikt worden. Zo is er de IDS Connector wat fungeert als een universele in- en uitgang in de SCSN infrastructuur. Hierdoor kunnen service providers op een veilige en versleutelde manier met elkaar communiceren. Verder is er de Identity Manager, in dit component worden de identiteiten (certificaten) van service providers beheert. Bij elke data-uitwisseling wordt het certificaat gecontroleerd op echtheid en validiteit. Eindgebruikers maken indirect gebruik van de Connector en de Identity Manager en hoeven deze componenten niet zelf te ondersteunen, hier ondersteund de service provider bij. Voor meer informatie over deze op IDS gebaseerde componenten, zie ook de IDS website.